Ruimte voor alternatieve legionellapreventie

 Den Haag – Er lijkt meer ruimte te worden geboden voor alternatieve beheerstechnieken voor legionellapreventie. TVVL wijst op de risico’s.
 
Het nieuwe Drinkwaterbesluit lijkt een bredere toepassing van alternatieve beheerstechnieken voor legionella mogelijk te maken. Volgens de TVVL, de vereniging voor gebouwgebonden installaties, blijkt uit de tekst van het besluit dat fysische beheerstechnieken en fotochemisch beheer op alle locaties mogen worden toegepast. Voor deze technieken wordt geen onderscheid meer gemaakt in prioritaire en zorgplicht locaties en ook niet in bestaande bouw of nieuwbouw. In het ontwerpbesluit was daarover nog niets opgenomen.

Energiebesparing

Deskundigen van de TVVL zien in deze versoepeling een tegemoetkoming aan partijen die bij toepassing van alternatieve technieken een lagere eis voor de temperatuur van warmtapwater voorstaan. Vanuit het oogpunt van energiebesparing zijn lagere temperaturen in een warmtapwatersysteem een gunstige ontwikkeling. Maar de sanitaire deskundigen van de TVVL benadrukken dat dit nooit ten koste mag gaan van de volksgezondheid.

Poortwachters

De alternatieve technieken die straks op alle locaties kunnen worden toegepast hebben met hun apparatuur geen restwerking in de nageschakelde leidingwaterinstallatie. Deze zogenaamde poortwachters houden aan het begin van de installatie de legionellabacteriën tegen, of inactiveren of doden deze. Het disfunctioneren van de poortwachters zal bij slecht beheer en onderhoud van de installaties juist tot risico’s leiden. En voor het beheer en onderhoud is in het Drinkwaterbesluit geen kwaliteitsborging opgenomen. Dat baart de TVVL zorgen.

Congres

Een en ander komt aan de orde op het tweede Nationaal Congres Sanitaire Technieken op 21 juni. Daar wordt ook ingegaan op onder meer legionellaveilig ontwerpen in de gestapelde bouw, nieuwe richtlijnen voor het dimensioneren van infiltratiesystemen, ontwikkelingen rond regelgeving voor riolering en de waterhuishouding op een drijvend paviljoen.

Bron: cobouw.nl