Leren van Scandinavische warmtenetten

Denemarken en Zweden, die wereldwijd voorop lopen bij het benutten en produceren van warmte, kijken er anders tegen aan dan Nederland. Zo hoeft warm tapwater in Denemarken maar 45 °C te zijn. Dit bleek vorige week tijdens een studiereis van de Stichting Warmtenetwerk.

“Een belangrijk verschil met Nederland is dat Denemarken en Zweden echt focussen op warmte”, vertelt Marco Klaassen van het Nationaal Expertisecentrum Warmte (NEW). “Ze zien er de economische waarde van in. Het valt de Denen dan ook op dat warmte in Nederland zo’n kleine rol speelt. Vanaf 2012 ondersteuning van duurzame warmte. Maar als we de Europese doelstelling voor duurzame energie willen halen, moet Nederland écht inzetten op duurzame warmte. Dat het kan, bewijzen Denemarken en Zweden.”

Kleinschalig
De groep Nederlanders bezocht onder meer een kleine biomassacentrale, een afvalverbrandingscentrale en een geothermiecentrale. Ook kreeg de aanleg van warmtenetten ruime aandacht. Klaassen: “In veel gevallen gaat het om kleinschalige projecten en dat is een belangrijk leerpunt voor ons. Kleinschalig denken maakt het eenvoudiger om projecten van de grond te krijgen. Een relatief klein project, op wijk- of straatniveau, werkt echt. Zo neemt een biomassacentrale van 5 MW weinig ruimte in en deze kan toch een hele wijk van duurzame warmte voorzien.”

Legionella
Verrassende inzichten waren er ook. Zo hoeft warm tapwater in Denemarken maar 45 °C te zijn, vertelt Klaassen. “In Nederland is de eis 65 °C, om besmetting met legionella tegen te gaan. In Denemarken moet je aantonen dat je geen legionella in je leiding hebt. Dat is een omkering. Dan kun je ook leidingen ontwikkelen waarin legionella niet of nauwelijks kan voorkomen.”

Verschillen
Ook de verschillen tussen Denemarken en Zweden zijn voor Nederland interessant, benadrukt Klaassen. “De Zweedse situatie – een geliberaliseerde energiemarkt – is anders dan die in Denemarken. Daar zijn de meeste warmtenetten publiek bezit. De wetgevingsstructuur en eigendomsconstructies in Zweden zijn beter vergelijkbaar met onze situatie.”

bron: cobouw.nl